Vegetatiezonering in gebergten: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
naaldbomen komen hoger voor
 
(15 tussenliggende versies door 7 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1:
De '''vegetatiezonering in gebergtesgebergten''' of '''vegetatiegordel''' wordt in sterke mate bepaald door de hoogte en de daarmee samenhangende weersomstandigheden, vochtigheid en bodemgesteldheid. Doordat de ecologische omstandigheden in bergen zo sterk hoogteafhankelijk zijn, zijn er vaak duidelijk onderscheidbare [[vegetatie]]zonesVegetatiezonering|vegetatiezones of -gordels]], met van laag tot hoog loof- en/ofloofbomen, naaldbomen, [[plantengemeenschap]]pen met struwelen, [[toendra]]'s en onbegroeide delen. <!--Het specialisme montane ecologie is dun gezaaid binnen de grenzen van de [[Lage Landen]] in de na-koloniale tijd.-->
 
== Zonering en biotopen ==
{{Zijbalk hoogtezonering in Midden Europa}}
{|class="toccolours" style="text-align:center;font-size:90%;line-height:100%;" align="right"
Naarmate de hoogte toeneemt, wordt de gemiddelde temperatuur lager en neemt de kans op neerslag, wind en sneeuwbedekking toe. De aard van de flora (en fauna) verandert mee met de gemiddelde hoogte. Van laag naar hoog zijn er in berggebieden verschillende zoneshoogtezones of gordels te onderscheiden met elk een eigen karakteristieke soortsamenstelling. In ieder geval in Europa onderscheidt men daarbij boven het [[laagland]] (collieneplanaire ofzone) planaireen het [[laaggebergte]] (colliene zone) ten minste drie zones: de montane zone, de subalpiene zone en de alpiene zone.
!rowspan="2" style="border-right:solid thin slategray;"|zone naam
!colspan="2" style="border-bottom:solid thin;"|zonering vegetatie in Europa volgens 2 Europese [[Flora (boek)|flora's]]
|-
!''ondergrens'' zone<ref>{{de}} {{aut|Adler, W., K. Oswald, R. Fischer}} (1994) ''Höhenstufen''. p. 128-129</ref>
!style="border-left:solid thin slategray;"|zone ''van - tot'' (m)<ref>{{de}} {{aut|Seybold S.}}, (2011) ''Bemerkungen zur Verbreitung der Pflanzen. 1. Vertikale Verbreitung.'' p.32-33</ref>
|-
|rowspan="2" style="border-top:solid thin;border-bottom:double medium slategray;"|7. [[nivale zone]]
|style="background-color:lightcyan;border-top:solid thin;"|
|rowspan="4" style="border-top:solid thin;border-bottom:double medium slategray;"|3000 - 3300
|-
|rowspan="2"|{{TekstAchtergrondRand|lightcyan|solid|thin|slategray}}2800 - 3100{{einde}}
|-
|rowspan="2" style="border-bottom:double medium slategray;"|6. [[subnivale zone]]
|-
|rowspan="2"|{{TekstAchtergrondRand|lightcyan|solid|thin|slategray}}2500 - 2800{{einde}}
|-
|rowspan="2" style="border-bottom:double medium slategray;"|5. [[alpiene zone]]
|rowspan="2" style="border-bottom:double medium slategray;"|2200 - 3000
|-
|rowspan="2"|{{TekstAchtergrondRand|lightcyan|solid|thin|slategray}}1800 - 2100 (- 2300){{einde}}
|-
|rowspan="2" style="border-bottom:double medium slategray;"|4. [[subalpiene zone]]
|rowspan="2" style="border-bottom:double medium slategray;"|(1600 -) 1800 - 2200 (- 2400)
|-
|rowspan="2"|{{TekstAchtergrondRand|lightcyan|solid|thin|slategray}}1500 - 2000{{einde}}
|-
|rowspan="2" style="border-bottom:double medium slategray;"|3. [[montane zone]]
|rowspan="2" style="border-bottom:double medium slategray;"|1000 - 1600 (- 1800)
|-
|rowspan="2"|{{TekstAchtergrondRand|lightcyan|solid|thin|slategray}}350 - 500 (- 700){{einde}}
|-
|rowspan="2" style="border-bottom:double medium slategray;"|2. [[submontane zone]]
|rowspan="2" style="border-bottom:double medium slategray;"|500 - 1000
|-
|rowspan="2"|{{TekstAchtergrondRand|lightcyan|solid|thin|slategray}}250 - 400 (- 500){{einde}}
|-
|rowspan="2"|1. [[Laagland|(planair-)colliene zone]]
|rowspan="2"|0 - 500
|-
|
|}
Naarmate de hoogte toeneemt, wordt de gemiddelde temperatuur lager en neemt de kans op neerslag, wind en sneeuwbedekking toe. De aard van de flora (en fauna) verandert mee met de gemiddelde hoogte. Van laag naar hoog zijn er in berggebieden verschillende zones of gordels te onderscheiden met elk een eigen karakteristieke soortsamenstelling. In ieder geval in Europa onderscheidt men daarbij boven het [[laagland]] (colliene of planaire zone) ten minste drie zones: de montane zone, de subalpiene zone en de alpiene zone.
 
De montane zone wordt gekenmerkt door bossen en een gemiddelde temperatuur tussen de 6 en 12&nbsp;°C.<ref>{{en}}{{aut|Holdridge, L.R.}}, 1947. Determination of world plant formations from simple climatic data. Science, 105, 367—368.</ref>
<ref>{{en}}{{aut|Holdridge, L.R.}}, 1947. Determination of world plant formations from simple climatic data. Science, 105, 367—368.</ref>
 
Boven de montane zone ligt de [[Subalpiene zone|subalpiene zone of gordel]] waar het het geboomte steeds dunner wordt. De bomen zijn hier kleiner en groeien krom. Dit heet in het Duits ''[[Krummholz]]'' (kromhout). De gemiddelde temperatuur in de Krummholz-zone ligt tussen de 3 en 6&nbsp;°C. Daar waar geen bomen meer kunnen groeien, ligt de [[boomgrens]].
 
[[Bestand:Mountain-birch-Trollheimen.jpg|thumb|Berken op ongeveer 750 m in Trollheimen, een typisch Scandinavisch subalpien bos]]
 
Boven de boomgrens treft men de [[alpiene zone]] of [[bergtoendra]]. Deze zone wordt gedomineerd door grassen en lage struiken. De gemiddelde temperatuur van de alpiene zone ligt tussen 1,5 en 3&nbsp;°C. De alpiene zone heeft over de hele wereld een aantal gemeenschappelijke kenmerken. Er komen hier veel [[grassenfamilie|gras-]] en [[Cypergrassenfamilie|zeggesoorten]], [[mossen]] en[[korstmos]]sen voor die dichte pollen of "kussens" vormen. Deze alpiene soorten moeten [[Adaptatie (biologie)|aangepast]] zijn aan de omstandigheden van het alpiene milieu, zoals lage temperaturen, periodieke droogte, ultraviolette straling en een kort groeiseizoen. Bij gemiddelde temperaturen van onder de 1,5&nbsp;°C zijn er alleen nog maar rotsen en ijs.
 
=== Montane zonevegetatiezone ===
Bij gemiddelde temperaturen van onder de 1,5&nbsp;°C zijn er alleen nog maar rotsen en ijs.
[[Bestand:Forest on Gunung Batu Brinchang, Malaysia.jpg|{{largethumb}}thumb|Tropische bergbossen op ongeveer 2000 m boven de zeespiegel in [[Maleisië]] (Gunung Batu Brinchang)]]
 
[[Bestand:Cloud forest mount kinabalu.jpg|{{largethumb}}thumb|Nevelwoud op de helling van de [[Gunung Kinabalu]] (4095&nbsp;m) op Noord-Borneo (Oost-[[Maleisië]]).]]
=== Montane zone ===
{{Zie ook|Zie ook [[Montane zone]].}}
[[Bestand:Forest on Gunung Batu Brinchang, Malaysia.jpg|{{largethumb}}|Tropische bergbossen op ongeveer 2000 m boven de zeespiegel in [[Maleisië]] (Gunung Batu Brinchang)]]
[[Bestand:Cloud forest mount kinabalu.jpg|{{largethumb}}|Nevelwoud op de helling van de [[Gunung Kinabalu]] (4095&nbsp;m) op Noord-Borneo (Oost-[[Maleisië]]).]]
In de montane zone liggen bossen. De bovengrens ligt daar waar het bos in dichtheid afneemt en waarboven alleen nog soorten voorkomen die bestand zijn tegen de daar heersende klimatologische omstandigheden. De hoogte hangt af van de plaats op aarde en dan vooral van de [[breedtegraad]]. In de [[tropen (geografie)|tropen]] van [[Zuidoost-Azië]] ligt de boomgrens boven 4000&nbsp;m boven de zeespiegel, terwijl deze in [[Schotland]] en het westen van [[Noorwegen]] maar 450&nbsp;m is of zelfs nog minder.
 
Omdat het gemiddeld koeler is in bergbossen dan in het laagland op dezelfde breedtegraad, treft men in er vaak soorten aan die typisch zijn voor laagland[[regenwoud]] dat op een andere breedtegraad ligt. Daardoor verschillen bergbossen sterk van de in het laagland gelegen regenwouden in dezelfde streek. Bergbossen op geïsoleerd liggende bergen, de zogenoemde '[[sky island]]s', liggen als eilandbiotopen in een oceaan van laagland[[habitat]]s.
 
In de [[Sierra Nevada (Verenigde Staten)|Sierra Nevada]] van [[Californië]] vindt men in de montane zone de [[Draaiden|draaiden (''Pinus contorta'')]] in een grote dichtheid, terwijl op wat grotere hoogte tegen de [[subalpiene zone]] de asgrijze den (''[[Pinus albicaulis]]'') domineert die echter in lagere dichtheden voorkomt.
 
Het [[nevelwoud]] is een type bergbos, dat zijn vocht verkrijgt van wolken, nevel en mist. Nevelwouden zijn tropische of subtropische, altijd groenblijvende wouden. Zij vertonen vaak een grote rijkdom aan mossen die de grond bedekken en/of [[epifyt]]isch groeien [[Substraat (ecologie)|op]] boomschors, op en onder bladeren en takken. Daarom worden deze wouden ook wel "mosbos" ({{en}} ''mossy forest'') genoemd. Zij ontwikkelden zich het best in laagtes tussen bergtoppen waar het vocht goed wordt vastgehouden.
 
=== Subalpiene zonevegetatiezone ===
{{Zie ook|Zie ook [[Subalpiene zone]].}}
De [[subalpiene zone]] is het biotoop direct onder de boomgrens. De [[Flora (plantkunde)|flora]] van deze zone wordt bepaald door de plaats op aarde. In het [[Groot Australisch Scheidingsgebergte]] is de ''Eucalyptus pauciflora'' dominant, in [[Noord-Amerika]] onder andere de [[Mertens' berghemlockspar]] (''Tsuga mertensiana'').
 
Bomen in de subalpiene zone worden vaak ''Krummholz'' (kromhout) genoemd. Dit zijn onvolgroeide bomen met kronkelend gedraaide stammen. Op de boomgrens kunnen zaailingen alleen in de luwte, bijvoorbeeld van een rots, ontkiemen. Zij groeien vervolgens door tot waar de rots nog bescherming tegen de wind biedt. De verdere groei is dan eerder horizontaal. Deze dwergbomen worden 's winters door een sneeuwdek beschermd; takken die eruit steken gaan dood. Krummholz-bomen die zich aldus met succes hebben gevestigd, kunnen zeer oud worden. Sommige zijn waarschijnlijk honderden tot wel duizend jaar oud.
 
Voorbeelden van gebieden met een uitgebreide subalpiene zone liggen in de Alpen, de Sierra Nevada, de [[Rocky Mountains]] in de Verenigde Staten, het oosten van de [[Himalaya]] en het [[Hengduan Shan]] gebergte in het westen van China en het noorden van [[Myanmar]].
 
=== Alpiene zonevegetatiezone ===
{{Zie ook|Zie ook [[Alpiene zone]].}}
[[Bestand:Alpine flora.pngjpg|thumb|Alpiene vegetatie in de [[Alpen]].]]
De '''alpiene zone''' is in de [[montane ecologie]] de vegetatiezone in het [[hooggebergte]] die ligt boven de [[boomgrens]] en onder de [[sneeuwgrens]]. In de alpiene zone groeien geen [[boom (plant)|bomen]] meer.
 
De karakteristieke begroeiing in de alpiene zone zijn [[Alpenweide|alpiene graslanden en bergtoendra's]], in een milieu met sterke straling, veel wind, koude, langdurige sneeuwbedekking en ijsvorming. De vegetatie is daardoor laag en bestaat voornamelijk uit [[Vaste planten|overblijvende soorten]] als [[grassenfamilie|grassen]] en [[cypergrassenfamilie|zeggen]]. [[Eenjarige plant]]en zijn zeldzaam in deze biotoop en meestal zijn deze planten slechts een paar centimeter hoog, en hebben zwak ontwikkelde wortels. Andere veel voorkomende plantaardige levensvormen omvatten [[houtige plant]]en, zeer sterke pollenvormende grassoorten zoals ''[[Brachypodium]]'' en [[cryptogamen]], zoals [[mossen]] en [[korstmossen]].
 
De karakteristieke begroeiing in de alpiene zone zijn [[Alpenweide|alpiene graslanden en bergtoendra's]], in een milieu met sterke straling, veel wind, koude, langdurige sneeuwbedekking en ijsvorming. De vegetatie is daardoor laag en bestaat voornamelijk uit [[Vaste planten|overblijvende soorten]] als [[grassenfamilie|grassen]] en [[cypergrassenfamilie|zeggen]]. [[Eenjarige plant]]en zijn zeldzaam in deze biotoop en meestal zijn deze planten slechts een paar centimeter hoog, en hebben zwak ontwikkelde wortels. Andere veel voorkomende plantaardige levensvormen omvatten [[houtige plant]]en, zeer sterke pollenvormende grassoorten zoals ''[[Brachypodium]]'' en [[cryptogamen]], zoals [[mossen]] en [[korstmossen]].
Al deze soorten hebben zich aangepast aan de barre alpiene omgeving. Planten die als mos in dichte "kussens" bij elkaar zijn gekropen ontsnappen zo aan de werking van krachtige winden die een paar centimeter hoger vrij spel hebben. Vele bloeiende planten van de bergtoendra hebben dichte beharing op de stengels en bladeren als bescherming tegen de wind. [[Anthocyaan|Rood-gekleurde pigmenten]] zetten lichtstralen van de zon om in warmte. Bij sommige planten duurt het twee of meer jaar voordat er bloemknoppen gevormd worden. Deze knoppen overleven de winter onder het sneeuwoppervlak en openen zich in de daarop volgende kortdurende zomer waarna ze zaden produceren. De korstmossen hechten zich aan de bodem. Hun ingesloten eencellige [[algen]] beginnen bij een temperatuur van even boven 0&nbsp;°C met de [[fotosynthese]] terwijl de buitenste lagen van het schimmelgedeelte van de korstmos ruim voldoende water absorberen.
 
Al deze soorten hebben zich aangepast aan de barre alpiene omgeving. Planten die als mos in dichte "kussens" bij elkaar zijn gekropen ontsnappen zo aan de werking van krachtige winden die een paar centimeter hoger vrij spel hebben. Vele bloeiende planten van de bergtoendra hebben dichte beharing op de stengels en bladeren als bescherming tegen de wind. [[Anthocyaan|Rood-gekleurde pigmenten]] zetten lichtstralen van de zon om in warmte. Bij sommige planten duurt het twee of meer jaar voordat er bloemknoppen gevormd worden. Deze knoppen overleven de winter onder het sneeuwoppervlak en openen zich in de daarop volgende kortdurende zomer waarna ze zaden produceren. De korstmossen hechten zich aan de bodem. Hun ingesloten eencellige [[algen]] beginnen bij een temperatuur van even boven 0&nbsp;°C met de [[fotosynthese]] terwijl de buitenste lagen van het schimmelgedeelte van de korstmos ruim voldoende water absorberen.
Door al deze aanpassingen aan het onvriendelijke klimaat, lijkt deze vegetatie zeer robuust. Feitelijk is deze vegetatie echter zeer kwetsbaar. Herhaalde betreding door mensen maakt deze planten kapot, daardoor blijven ze achter op de kale bodem, verdrogen en verwaaien. Herstel kan honderden jaren vergen.
 
Door al deze aanpassingen aan het onvriendelijke klimaat, lijkt deze vegetatie zeer robuust. Feitelijk is deze vegetatie echter zeer kwetsbaar. Herhaalde betreding door mensen maakt deze planten kapot, daardoor blijven ze achter op de kale bodem, verdrogen en verwaaien. Herstel kan honderden jaren vergen.
Alpiene graslanden en bergtoendra's ontwikkelen zich daar waar door [[verwering]] bodems zijn gevormd waarop deze planten kunnen groeien. Omdat -net als de bergbossen- ook deze alpiene graslanden en bergtoendra's als eilanden liggen in een "oceaan" van lager gelegen gebieden met een zeer verschillend klimaat, hebben zich vaak op deze eilanden [[endemie (biogeografie)|endemische]] plantensoorten ontwikkeld als reactie op dit bijzonder koude, natte en overdadig door zonlicht beschenen milieu.
 
Alpiene graslanden en bergtoendra's ontwikkelen zich daar waar door [[verwering]] bodems zijn gevormd waarop deze planten kunnen groeien. Omdat -net als de bergbossen- ook deze alpiene graslanden en bergtoendra's als eilanden liggen in een "oceaan" van lager gelegen gebieden met een zeer verschillend klimaat, hebben zich vaak op deze eilanden [[endemie (biogeografie)|endemische]] plantensoorten ontwikkeld als reactie op dit bijzonder koude, natte en overdadig door zonlicht beschenen milieu.
[[Bestand:GlarusAlps.jpg|thumb|Plasje met [[veenpluis]] in de Zwitserse Alpen.]]
 
[[Bestand:GlarusAlps.jpg|thumb|Plasje met [[veenpluis]] in de Zwitserse Alpen.]]
Voorbeelden van uitgebreide alpiene graslanden en [[scrubland]]s zijn: de [[Páramo]] van het [[Andes]]-gebergte, vegetaties in de bergen van [[Oost-Afrika|Oost-]] en [[Midden-Afrika]], op de [[Mount Kinabalu]] op [[Borneo]], de hoogste zones in de [[West-Ghats]] in [[Zuid-India]] en de [[Hoogland van Nieuw-Guinea|centrale hooglanden van [[Nieuw-Guinea]]. Een unieke eigenschap van vele tropische, vochtige berggebieden is de aanwezigheid van gigantische rozetvormende planten uit een aantal plantenfamilies, zoals [[Lobelia]] ([[Afrotropisch gebied]]), [[Puya]] ([[Neotropische gebied]]) en [[Cyathea]] ([[Nieuw-Guinea]]).
 
Wanneer de omstandigheden droger zijn ontstaan graslanden, savannes en bossen, zoals in het [[Ethiopisch Hoogland]] en de montane steppen van het [[Tibetaans Hoogland]].
 
=== Nivale zonevegetatiezone ===
[[Bestand:RoyLindmanBrunegghorn.JPG|thumb|Typisch beeld van de nivale zone.]]
De '''nivale zone''' ([[Latijn]]: nix, sneeuw) is de hoogst gelegen zone in het [[hooggebergte]]; het gebied dat ligt boven de [[sneeuwgrens]]. In deze zone is de grond permanent bedekt met [[sneeuw]] en [[Landijs|ijs]]. Er kunnen geen [[Vaatplanten|hogere planten]] groeien. De nivale zone ligt boven de [[alpiene zone]].
 
== Zie ook ==
Regel 107 ⟶ 63:
'''Literatuur'''
* {{Bronvermelding anderstalige Wikipedia|taal=en|titel=Montane ecology|datum=20121025}}
* {{de}} {{aut|Adler, W., K. Oswald, R. Fischer}}, (1994) ''Exkursionsflora von Österreich.'' Ulmer Verlag, Stuttgart und Wien, {{ISBN |3-8001-3461-6}}
* {{de}} {{aut|Seybold S.}}, (2011) ''Schmeil-Fitschen. Die Flora Deutschlands und der angrenzenden Länder'' 95. Auflage, {{ISBN |978-3-494-01498-2}}
}}
{{Navigatie biologie}}
Regel 114 ⟶ 70:
[[Categorie:Vegetatiekunde]]
[[Categorie:Plantengeografie]]
[[Categorie:Gebergte]]