Vegetatiezonering in gebergten: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
naaldbomen komen hoger voor
 
(77 tussenliggende versies door 18 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1:
De '''vegetatiezonering in gebergten''' of '''vegetatiegordel''' wordt in sterke mate bepaald door de hoogte en de daarmee samenhangende weersomstandigheden, vochtigheid en bodemgesteldheid. Doordat de ecologische omstandigheden in bergen zo sterk hoogteafhankelijk zijn, zijn er vaak duidelijk onderscheidbare [[Vegetatiezonering|vegetatiezones of -gordels]], met van laag tot hoog loofbomen, naaldbomen, [[plantengemeenschap]]pen met struwelen, [[toendra]]'s en onbegroeide delen.
'''Montane ecologie''' is de tak van de [[ecologie]] die zich bezighoudt met levensgemeenschappen ([[biotoop|biotopen]]) in gebergten of met regio's op aarde die op grote hoogte liggen. De biotopen in gebergten worden sterk beïnvloed door het klimaat, dat koeler wordt naarmate de hoogte toeneemt. Hierdoor vormen gebergtebiotopen zones (gordels) afhankelijk van de hoogte boven de zeespiegel. Dichte bossen zijn vaak aanwezig op de middelbare hoogtes. Echter, naarmate de hoogte toeneemt, wordt het klimaat strenger en gaan de plantengemeenschappen over op graslandgemeenschappen of toendra's.
 
== VerschillendeZonering en biotopen ==
Het specialisme montane ecologie is dun gezaaid binnen de grenzen van de [[Lage landen]] in de na-koloniale tijd.
{{Zijbalk hoogtezonering in Midden Europa}}
Naarmate de hoogte toeneemt, wordt de gemiddelde temperatuur lager en neemt de kans op neerslag, wind en sneeuwbedekking toe. De aard van de flora (en fauna) verandert mee met de gemiddelde hoogte. Van laag naar hoog zijn er in berggebieden verschillende hoogtezones of gordels te onderscheiden met elk een eigen karakteristieke soortsamenstelling. In ieder geval in Europa onderscheidt men daarbij boven het [[laagland]] (planaire zone) en het [[laaggebergte]] (colliene zone) ten minste drie zones: de montane zone, de subalpiene zone en de alpiene zone.
 
De montane zone wordt gekenmerkt door bossen en een gemiddelde temperatuur tussen de 6 en 12&nbsp;°C.<ref>{{en}}{{aut|Holdridge, L.R.}}, 1947. Determination of world plant formations from simple climatic data. Science, 105, 367—368.</ref>
== Verschillende biotopen ==
Naarmate de hoogte toeneemt, wordt het klimaat koeler, als gevolg van de [[Adiabatisch proces|lagere luchtdruk]]. Het klimaat wordt strenger, met steeds grotere hoeveelheden sneeuw, waardoor dominerende levensvormen in het gebergte verschillen van die van het omringende laagland. De karakteristieke flora en fauna in de bergen worden bepaald door de hoogteligging. De afhankelijkheid van de hoogte veroorzaakt gordels met vergelijkbare biotopen op overeenkomstige hoogtes in het gebergte.
 
Boven de montane zone ligt de [[subalpiene zone]] waar het het geboomte steeds dunner wordt. De bomen zijn hier kleiner en groeien krom. Dit heet in het Duits ''[[Krummholz]]'' (kromhout). De gemiddelde temperatuur in de Krummholz-zone ligt tussen de 3 en 6&nbsp;°C. Daar waar geen bomen meer kunnen groeien, ligt de [[boomgrens]].
Typische biotopen in gebergte zijn de bergbossen. Op middelbare hoogten ontstaan bij regenval en een gematigd klimaat dichte bossen. Holdridge<ref>{{en}}{{aut|Holdridge, L.R.}}, 1947. Determination of world plant formations from simple climatic data. Science, 105, 367—368.</ref> definieert het klimaat van bergbossen als de zone met een biotemperatuur tussen de 6 en 12&nbsp;°C. De biotemperatuur is de gemiddelde temperatuur, waarbij temperaturen onder de 0 °C als 0 °C zijn meegerekend. Boven deze zone wordt het geboomte steeds dunner en komen we in de [[subalpien|subalpiene]] gordel. De bomen worden klein en groeien krom. Dit heet in het Duits ''krummholz'' (kromhout). Daar waar geen bomen meer kunnen groeien, ligt de boomgrens. De biotemperatuur in de krummholz-zone ligt tussen de 3 en 6&nbsp;°C.
 
[[Bestand:Mountain-birch-Trollheimen.jpg|left|thumb|Berken op ongeveer 750 m in Trollheimen, een typisch Scandinavisch subalpien bos]]
 
Boven de boomgrens treft men de [[alpiene zone]] of [[bergtoendra]]. Deze biotoopzone wordt gedomineerd door grassen en lage struiken. De biotemperatuurgemiddelde temperatuur van de alpiene zone ligt tussen 1,5 en 3&nbsp;°C. De alpiene zone heeft over de hele wereld een aantal gemeenschappelijke kenmerken. EenEr grootkomen aantal plantensoorten leeft in deze gordel. Het zijn [[vaste plant]]enhier meestalveel [[grassenfamilie|gras-]] en [[Cypergrassenfamilie|zeggesoorten]], [[mossen]], en[[korstmos]]sen en andere plantaardige organismenvoor die dichte pollen of "kussens" vormen. Deze alpiene plantensoorten moeten zich[[Adaptatie aanpassen(biologie)|aangepast]] zijn aan de barre omstandigheden van het alpiene milieu, zoals lage temperaturen, periodieke droogte, ultraviolette straling en een kort groeiseizoen. DoorBij degemiddelde gemeenschappelijke kenmerkentemperaturen van deze biotopen, schaart het [[World Wide Fund for Nature|Wereld Natuur Fonds]] deze levensgemeenschappen onder de term1,5&nbsp;°C hetzijn er ''montanealleen grasslandnog andmaar shrubland''rotsen [[bioom]]en ijs.
 
=== Montane vegetatiezone ===
Bij een klimaat van gemiddelde biotemperaturen van onder de 1,5 °C zijn er alleen nog maar rotsen en ijs.
[[Bestand:Forest on Gunung Batu Brinchang, Malaysia.jpg|{{largethumb}}thumb|Tropische bergbossen op ongeveer 2000 m boven de zeespiegel in [[Maleisië]] (Gunung Batu Brinchang)]]
[[Bestand:Cloud forest mount kinabalu.jpg|{{largethumb}}thumb|Nevelwoud op de helling van de [[Gunung Kinabalu]] (4095&nbsp;m) op Noord-Borneo (Oost-[[Maleisië]]).]]
{{Zie ook|Zie ook [[Montane zone]].}}
In de montane zone liggen bossen. De bovengrens vanligt dedaar bergbossenwaar markeerthet vaakbos dein [[boomgrens]].dichtheid Echter,afneemt eren kanwaarboven somsalleen ooknog sprakesoorten voorkomen die bestand zijn vantegen eende "lageredaar boomgrens",heersende dieklimatologische deomstandigheden. scheidingDe vormthoogte tussenhangt af van de montaneplaats zoneop aarde en eendan zonevooral van drogerede [[steppebreedtegraad]] of [[woestijn]] gebieden. In de [[tropen (geografie)|tropen]] van [[Zuidoost-Azië]] ligt de boomgrens boven 4000&nbsp;m boven de zeespiegel, terwijl deze in [[Schotland]] en het westen van [[Noorwegen]] maar 450&nbsp;m is of zelfs nog minder.
 
HetOmdat klimaathet vangemiddeld bergbossenkoeler is koelerin datbergbossen vandan in het laagland op dezelfde breedtegraad. Daardoor, treft men in bergbossener vaak soorten aan die typisch zijn voor laagland[[regenwoud]] dat op een hogereandere breedtegraad ligt. Daardoor verschillen bergbossen sterk van de in het laagland gelegen regenwouden in dezelfde streek. De mens kan natuurlijke bergbossen verstoren door er bosbouw en landbouw te plegen. Bergbossen vanop geïsoleerd liggende bergen, diede omringdzogenoemde zijn'[[sky door boomloze droge gebiedenisland]]s', liggen als eilandbiotopen in een oceaan van droge narigheidlaagland[[habitat]]s.
=== Bergbossen (montane bossen of wouden) ===
[[Bestand:Forest on Gunung Batu Brinchang, Malaysia.jpg|{{largethumb}}|Tropische bergbossen op ongeveer 2000 m boven de zeespiegel in [[Maleisië]] (Gunung Batu Brinchang)]]
[[Bestand:Cloud forest mount kinabalu.jpg|{{largethumb}}|Nevelwoud op de helling van de [[Gunung Kinabalu]] (4095&nbsp;m) op Noord-Borneo (Oost-[[Maleisië]]).]]
Bergbossen liggen in de zone tussen de submontane en de alpiene zone. De hoogte in meters boven de zeespiegel waarop deze bossen liggen, hangt af van de plaats op aarde en dan vooral van de [[breedtegraad]]. De bovengrens ligt daar waar het bos in dichtheid afneemt en waar alleen nog soorten voorkomen die bestand zijn tegen het klimaat. In de [[Sierra Nevada (Verenigde Staten)|Sierra Nevada]] van [[Californië]] vindt men in de montane zone de [[Draaiden|draaiden (''Pinus contorta'')]] in een grote dichtheid, terwijl op wat grotere hoogte tegen de subalpiene zone (''[[Pinus albicaulis]]'') domineert die in lagere dichtheden voorkomt.
 
Bergbossen liggen in de zone tussen de submontane en de alpiene zone. De hoogte in meters boven de zeespiegel waarop deze bossen liggen, hangt af van de plaats op aarde en dan vooral van de [[breedtegraad]]. De bovengrens ligt daar waar het bos in dichtheid afneemt en waar alleen nog soorten voorkomen die bestand zijn tegen het klimaat. In de [[Sierra Nevada (Verenigde Staten)|Sierra Nevada]] van [[Californië]] vindt men in de montane zone de [[Draaiden|draaiden (''Pinus contorta'')]] in een grote dichtheid, terwijl op wat grotere hoogte tegen de [[subalpiene zone]] de asgrijze den (''[[Pinus albicaulis]]'') domineert die echter in lagere dichtheden voorkomt.
De bovengrens van de bergbossen markeert vaak de [[boomgrens]]. Echter, er kan soms ook sprake zijn van een "lagere boomgrens", die de scheiding vormt tussen de montane zone en een zone van drogere [[steppe]] of [[woestijn]] gebieden. In de [[tropen (geografie)|tropen]] van [[Zuidoost-Azië]] ligt de boomgrens boven 4000&nbsp;m boven de zeespiegel, terwijl deze in [[Schotland]] en het westen van [[Noorwegen]] maar 450&nbsp;m is of zelfs nog minder.
 
Het [[nevelwoud]] is een type bergbos., Het nevelwoud verkrijgtdat zijn vocht verkrijgt van wolken, nevel en mist. Nevelwouden zijn tropische of subtropische, altijd groenblijvende wouden. Zij vertonen vaak een grote rijkdom aan mossen die de grond bedekken en als/of [[epifyt|epifyten]]isch groeien [[Substraat (ecologie)|op]] deboomschors, bomenop en onder bladeren groeien en aan de takken hangen. Daarom worden deze wouden ook wel "mosbos" ({{en}} ''mossy forest'') genoemd. Zij ontwikkelden zich het best in laagtes tussen bergtoppen waar het vocht goed wordt vastgehouden.
Het klimaat van bergbossen is koeler dat van het laagland op dezelfde breedtegraad. Daardoor treft men in bergbossen vaak soorten aan die typisch zijn voor laagland[[regenwoud]] dat op een hogere breedtegraad ligt. Daardoor verschillen bergbossen sterk van de in het laagland gelegen regenwouden in dezelfde streek. De mens kan natuurlijke bergbossen verstoren door er bosbouw en landbouw te plegen. Bergbossen van geïsoleerd liggende bergen die omringd zijn door boomloze droge gebieden, liggen als eilandbiotopen in een oceaan van droge narigheid.
 
=== Subalpiene zonevegetatiezone ===
Het [[nevelwoud]] is een type bergbos. Het nevelwoud verkrijgt zijn vocht van wolken en mist. Nevelwouden zijn tropische of subtropische, altijd groenblijvende wouden. Zij vertonen vaak een rijkdom aan mossen die de grond bedekken en als [[epifyt|epifyten]] op de bomen en bladeren groeien en aan de takken hangen. Daarom worden deze wouden ook wel "mosbos" ({{en}} ''mossy forest'') genoemd. Zij ontwikkelden zich het best in laagtes tussen bergtoppen waar het vocht goed wordt vastgehouden.
{{Zie ook|Zie ook [[Subalpiene zone]].}}
Over de hele wereld is deDe [[subalpiensubalpiene zone]]e zoneis dehet biotoop direct onder de boomgrens. De [[SoortFlora (plantkunde)|flora]]en die invan deze biotoop voorkomenzone wordenwordt bepaald door de plaats op aarde. In het [[Groot Australisch Scheidingsgebergte]] is dit de Eucalyptesboom ''Eucalyptus pauciflora'' dominant, in [[Noord-Amerika]] onder andere de [[Mertens' berghemlockspar]] (''Tsuga mertensiana'').
 
Bomen in de subalpiene zone worden vaak ''krummholzKrummholz'' (kromhout) genoemd. Dit zijn onvolgroeide bomen met verdraaidekronkelend gedraaide stammen. Op de boomgrens kunnen zaailingen alleen in de luwte, bijvoorbeeld van een rots, ontkiemen. Zij groeien vervolgens door tot waar de rots nog bescherming tegen de wind biedt. De verdere groei is dan eerder horizontaal. Daar waar de taken de grond raken, ontstaan opnieuw wortels. Deze dwergbomen worden 's winters door een sneeuwdek beschermd; takken die eruit steken gaan dood. Krummholz-bomen die zich aldus met succes hebben gevestigd, kunnen ongelofelijkzeer oud worden. Sommige zijn waarschijnlijk honderden tot wel duizend jaar oud.
Bergbossen bevatten vaak boomsoorten die kenmerkend zijn voor een bepaalde range in de hoogtes boven de zeespiegel.
 
Voorbeelden van gebieden met een uitgebreide subalpiene zone liggen in de Franse Alpen, de Sierra Nevada, de [[Rocky Mountains]] in de Verenigde Staten, het oosten van de [[Himalaya]] en het [[Hengduan Shan]] gebergte in het westen van China en het noorden van [[Myanmar]].
=== Subalpiene zone ===
Over de hele wereld is de [[subalpien]]e zone de biotoop direct onder de boomgrens. [[Soort]]en die in deze biotoop voorkomen worden bepaald door de plaats op aarde. In het [[Groot Australisch Scheidingsgebergte]] is dit de Eucalyptesboom ''Eucalyptus pauciflora'', in [[Noord-Amerika]] onder andere de [[Mertens' berghemlockspar]] (''Tsuga mertensiana'').
Bomen in de subalpiene zone worden vaak ''krummholz'' (kromhout) genoemd. Dit zijn onvolgroeide bomen met verdraaide stammen. Op de boomgrens kunnen zaailingen alleen in de luwte van een rots ontkiemen. Zij groeien vervolgens door tot waar de rots nog bescherming tegen de wind biedt. De verdere groei is dan eerder horizontaal. Daar waar de taken de grond raken, ontstaan opnieuw wortels. Deze dwergbomen worden 's winters door een sneeuwdek beschermd; takken die eruit steken gaan dood. Krummholz-bomen die zich aldus met succes hebben gevestigd, kunnen ongelofelijk oud worden. Sommige zijn honderden tot wel duizend jaar oud.
Voorbeelden van gebieden met een uitgebreide subalpiene zone liggen in de Franse Alpen, de Sierra Nevada, de [[Rocky Mountains]] in de Verenigde Staten, het oosten van de [[Himalaya]] en het [[Hengduan Shan]] gebergte in het westen van China en het noorden van [[Myanmar]].
 
=== Alpiene graslanden en bergtoendra'svegetatiezone ===
{{Zie ook|Zie ook [[Alpiene zone]].}}
[[Bestand:Alpine flora.pngjpg|thumb|Alpiene vegetatie in de [[Alpen]].]]
De '''alpiene zone''' is in de [[montane ecologie]] de vegetatiezone in het [[hooggebergte]] die ligt boven de [[boomgrens]] en onder de [[sneeuwgrens]]. In de alpiene zone groeien geen [[boom (plant)|bomen]] meer.
 
AlpieneDe karakteristieke begroeiing in de alpiene zone zijn [[Alpenweide|alpiene graslanden en bergtoendra's liggen boven de boomgrens]], in een milieu met sterke instralingstraling, veel wind, koude, langdurige sneeuwbedekking en ijsvorming. DientengevolgeDe vegetatie is de vegetatiedaardoor laag, dus dicht bij de grond en bestaat voornamelijk uit soorten[[Vaste planten|overblijvende soorten]] als [[grassenfamilie|grassen]] en [[cypergrassenfamilie|zeggen]]. [[Eenjarige plantenplant]]en zijn zeldzaam in deze biotoop en meestal zijn deze planten slechts een paar centimeter langhoog, meten hebben zwak ontwikkelde wortels. Andere veel voorkomende plantaardige levensvormen omvatten [[houtige plantenplant]]en, zeer sterke pollenvormende grassoorten zoals ''[[Brachypodium]]'' en [[cryptogamen]], zoals [[mossen]] en [[korstmossen]].
 
Al deze plantensoorten hebben zich aangepast aan de barre alpiene omgeving. Planten die als mos in dichte "kussens" bij elkaar zijn gekropen ontsnappen zo aan de werking van krachtige winden die een paar centimeter hoger vrij spel hebben. Vele bloeiende planten van de bergtoendra hebben dichte beharing op de stengels en bladeren als bescherming tegen de wind. [[Anthocyaan|Rood-gekleurde pigmenten]] zetten lichtstralen van de zon om in warmte. Bij sommige planten duurt het twee of meer jaar voordat er bloemknoppen gevormd worden. Deze knoppen overleven de winter onder het sneeuwoppervlak en openen zich in de daarop volgende kortdurende zomer enwaarna producerenze danzaden vruchten met zadenproduceren. De korstmossen klampenhechten zich vast aan de rotsen en aan de bodem. Hun ingesloten eencellige [[algen]] beginnen bij een temperatuur van even boven 0&nbsp;°C met de [[fotosynthese]] terwijl de buitenste lagen van het schimmelgedeelte van de korstmos ruim voldoende water absorberen.
 
Door al deze aanpassingen aan het onvriendelijke klimaat, lijkt deze vegetatie zeer robuust. Feitelijk is deze vegetatie echter zeer kwetsbaar. Herhaalde betreding door mensen maakt deze planten kapot, daardoor blijven ze achter op de kale bodem, verdrogen en verwaaien. Herstel kan honderden jaren vergen.
 
Alpiene graslanden en bergtoendra's ontwikkelen zich daar waar door [[verwering]] bodems zijn gevormd waarop deze planten kunnen groeien. De alpiene graslanden over de hele wereld vormen een [[bioom]]. Omdat -net als de bergbossen- ook deze alpiene graslanden en bergtoendra's als eilanden liggen in een "oceaan" van lager gelegen gebieden met een zeer verschillend klimaat, hebben zich vaak op deze eilanden [[endemie (biogeografie)|endemische]] plantensoorten ontwikkeld als reactie op dit bijzonder koude, natte en overdadig door zonlicht beschenen milieu.
 
[[Bestand:GlarusAlps.jpg|thumb|Plasje met [[veenpluis]] in de Zwitserse Alpen.]]
Voorbeelden van uitgebreide alpiene graslanden en [[scrubland]]s zijn: de [[Páramo]] van het [[Andes]]-gebergte, vegetaties in de bergen van [[Oost-Afrika|Oost-]] en [[Midden-Afrika]], op de [[Mount Kinabalu]] op [[Borneo]], de hoogste zones in de [[West-Ghats]] in [[Zuid-India]] en de [[Hoogland van Nieuw-Guinea|centrale hooglanden van [[Nieuw-Guinea]]. Een unieke eigenschap van vele tropische, vochtige berggebieden is de aanwezigheid van gigantische rozetvormende planten uit een aantal plantenfamilies, zoals [[Lobelia]] ([[Afrotropisch gebied]]), [[Puya]] ([[Neotropische gebied]]) en [[Cyathea]] ([[Nieuw-Guinea]]).
 
Wanneer de omstandigheden droger zijn ontstaan graslanden, savannes en bossen, zoals in het [[Ethiopisch Hoogland]] en de montane steppen van het [[Tibetaans Hoogland]].
Voorbeelden van uitgebreide alpiene graslanden en [[scrubland]]s zijn: de [[Páramo]] van het [[Andes]]-gebergte, vegetaties in de bergen van [[Oost-Afrika|Oost-]] en [[Midden-Afrika]], op de [[Mount Kinabalu]] op [[Borneo]], de hoogste zones in de [[West-Ghats]] in [[Zuid-India]] en de centrale hooglanden van [[Nieuw-Guinea]]. Een unieke eigenschap van vele tropische, vochtige berggebieden is de aanwezigheid van gigantische rozetvormende planten uit een aantal plantenfamilies, zoals [[Lobelia]] ([[Afrotropisch gebied]]), [[Puya]] ([[Neotropische gebied]]) en [[Cyathea]] ([[Nieuw-Guinea]]).
 
=== Nivale vegetatiezone ===
Wanneer de omstandigheden droger zijn ontstaan graslanden, savannes en bossen, zoals in het [[Ethiopisch Hoogland]] en de montane steppen van het [[Tibetaans Hoogland]].
[[Bestand:RoyLindmanBrunegghorn.JPG|thumb|Typisch beeld van de nivale zone]]
De '''nivale zone''' ([[Latijn]]: nix, sneeuw) is de hoogst gelegen zone in het [[hooggebergte]]; het gebied dat ligt boven de [[sneeuwgrens]]. In deze zone is de grond permanent bedekt met [[sneeuw]] en [[Landijs|ijs]]. Er kunnen geen [[Vaatplanten|hogere planten]] groeien. De nivale zone ligt boven de [[alpiene zone]].
 
== Zie ook ==
* [[Sky island]]
* [[Afromontane zone]]
 
{{Appendix|2=
{{References}}
'''Literatuur'''
* {{Bronvermelding anderstalige Wikipedia|taal=en|titel=Montane ecology|datum=20121025}}
* {{de}} {{aut|Adler, W., K. Oswald, R. Fischer}}, (1994) ''Exkursionsflora von Österreich.'' Ulmer Verlag, Stuttgart und Wien, {{ISBN|3-8001-3461-6}}
* {{de}} {{aut|Seybold S.}}, (2011) ''Schmeil-Fitschen. Die Flora Deutschlands und der angrenzenden Länder'' 95. Auflage, {{ISBN|978-3-494-01498-2}}
}}
{{Navigatie biologie}}
 
[[Categorie:EcologieVegetatiekunde]]
[[Categorie:Plantengeografie]]
[[Categorie:Gebergte]]